november 2019 –
Frustratie, misschien wel een van de meest kenmerkende begrippen van deze tijd. Over de wereldorde, het verkeer, het regeringsbeleid, de zorg, het onderwijs, de huisgenoten, de buren. You name it en wij komen er tegen in opstand.
Wij kunnen anno 2019 eigenlijk nergens meer tegen. Wie heeft er nog door dat de chaos in de wereld en de frustratie daarover een kip-en-ei mechanisme zijn, elkaar volledig in stand houden en het gevolg is van een optelsom van kleine ergernissen?
Volgens onze premier wonen wij in een ‘gaaf’ en welvarend land. Hoewel de huidige protestacties ook een andere kant laten zien, is het waar: onze vrijheden gaan heel ver en wij kunnen uit zoveel mogelijkheden kiezen dat menigeen als gevolg daarvan lijdt aan mateloosheid en keuzestress.
Maar desondanks blijven wij – net als in de song van Queen ‘I Want It All, I Want It Now!’ – eisen dat alles is en gaat zoals wij het graag zien. Maar hoe dan? We weten niet eens raad met al die vrijheden. Sterker nog: we weten niet eens echt wat vrijheid inhoudt. We banjeren over de eigen en andermans grenzen heen. Dat levert stress en frustratie op.
Zie hier het begin van een oneindige spiraal die leidt tot agressie en vijandbeeld. Steeds meer mensen vinden dat het leven gemakkelijk MOET zijn en balen ervan dat de werkelijkheid niet spoort met hun eis. Albert Ellis schreef in de vorige eeuw al een boek met de titel ‘Moeten Maakt Gek’. In mijn boek schreef ik: ‘Verwachtingen zijn een voorland voor teleurstellingen. Dan is frustratie een logisch gevolg.’
Wens wordt eis
Seneca, Romeins schrijver en stoïcijns filosoof van rond de jaartelling, probeerde destijds keizer Nero te stimuleren zijn frustraties te bedwingen, overigens zonder succes. Als verklaring voor die mislukking schreef Seneca: ‘Het is toch vreemd; wanneer wij ziek zijn, laten we al het andere varen en hebben we als hoogste prioriteit beter te worden; maar met onze geestelijke ziekte doen we dat niet. Dat komt doordat bij dit soort ziekte we niet in de gaten hebben dat we ziek zijn, dat is een deel van de kwaal.’
Hij opperde ook dat welvaart drift en een slecht humeur in de hand werkt. En dat is precies wat we zien gebeuren: ontevredenheid, elkaar de loef afsteken, wij-zij-denken, de boze witte man, de gele hesjes, korte lontjes.
Neem nou onze houding tegenover de onlangs afgekondigde 100-km-maatregel. Je gelooft toch je oren niet als deze ‘rotmaatregel’ de meest ernstige crisis wordt genoemd van het afgelopen decennium. Je kan toch alleen maar een zucht slaken bij al die klagende automobilisten die vrezen dat zij tien minuten langer onderweg zullen zijn?
Deze lieden vinden dat zij het grootste recht hebben op hun frustratie – er wordt hun iets afgepakt, hoor je ook veel – en je zult zien dat bumperkleven en rechts inhalen tot kunst worden verheven. Onze frustratietolerantie is tot het nulpunt gedaald. Ofwel: wens wordt eis.
Regressie
Iemand vertelde: ‘Mijn moeder heeft me een paar jaar voor haar overlijden opgebiecht: ik heb jou als tiener verwaarloosd.’ En wat zei deze dochter? ‘Nou mam, dat valt wel mee gezien de omstandigheden destijds.’
Maar natuurlijk viel het helemáál niet mee en het speelde decennia lang een niet uit te vlakken rol in haar leven. Frustratie over het feit dat zij zich niet gezien en gehoord had gevoeld, dat haar gerechtvaardigde keuzes niet serieus werden genomen, ja zelfs belachelijk werden gemaakt, dat zij het ‘goede’ voorbeeld diende te geven.
Het kleurde haar houding ten opzichte van veel van wat zij later in het leven tegenkwam. En hoe kwam zij deze mindset te boven? Doordat, na een ongelooflijke dreun ten gevolge van een auto-ongeluk, haar ogen open gingen en zij op het pad van bewustwording belandde.
Frustratie wordt gevaarlijk als je je in een (schijnbaar) onoplosbare situatie bevindt – een kind kan meestal geen kant op – geen uitweg ziet en het op een lopen wilt zetten. Dan projecteren we hem op de buitenwereld of hij slaat naar binnen.
Van die eerste mogelijkheid zien we dagelijks voorbeelden in de media of in ons eigen kringetje. Duidelijk zat. Die tweede – naar binnen slaan – is lastiger te herkennen, want daar kan sprake zijn van zelfhaat of regressie. Regressie in de gedaante van de terugkeer naar het gevoel van het gewonde kind dat de pijn van het gebeurde niet aankan en zich een houding probeert te geven.
In beide gevallen kan de persoon, afhankelijk van het temperament, gaan vechten, bevriezen of vluchten. Maar nergens is nog het besef te bekennen dat je het onaangename gevoel kunt neutraliseren door er gewoon stil dichtbij te blijven.
Wake-up-call
Ga maar eens na of je jezelf wel eens, of zelfs vaker – al dan niet mompelend – hoort zeggen ‘Ik word gek van …’, of ‘Dat trek ik niet’ of ‘Dit is vreselijk…’. Dat is een wake-up-call. Het is een signaal dat je de neiging hebt de zaken naar je hand te willen zetten.
Toch raar dat we kinderen leren dat zij niet altijd hun zin kunnen krijgen, maar dat wij voor onszelf daar later geen rem op weten te zetten. Het kind: twee snoepjes per dag en een uurtje computeren. De ouder: de koektrommel leegeten, een hele fles wijn kortjan maken en uren binge-watchen op Netflix. Omdat het kan. Omdat je geen maat weet te houden. Omdat wij in een reflex uithalen wanneer iemand ervoor gaat liggen.
Laatst kreeg een man een nieuwe koelkast bezorgd. Bij het uitpakken op de stoep bleken er twee flinke deuken in te zitten. De klant moest tot zijn eigen verrassing erg lachen, zeker toen een van de bezorgers met een voorstel kwam: ‘U kunt wel 50 euro korting krijgen, hoor, maar als ik even bel bieden ze misschien wel meer.’
De koelkast mocht onder luid gelach weer retour afzender. Het was wel het enige exemplaar, dus terug bij AF. Had de confrontatie met de schade anders kunnen aflopen? Natuurlijk. Was dit een toevalstreffer? Wie weet.
En wat zou Loesje gezegd kunnen hebben? Naast de GFT-bak staat de WTF-bak!
Giep
© 2019 Giep van Werven