Thuis zijn in het onbekende

november 2018 –

Deze kop is afkomstig van een bundel essays van Thijs Caspers (1980) over zoals hij het beschrijft ‘de kunst van het verdwalen in het onbekende’. Het is een tegendraads pleidooi in onzekere tijden en staat haaks op de manier waarop de maatschappij – dus wijzelf – onzekerheid te lijf gaat. Hij daagt de lezer uit oude zekerheden los te laten. Daarvoor hoef je helemaal niet, zoals hij, een reislustig bestaan te hebben. Het proces van bewustwording is al reis genoeg en biedt ons ruim voldoende aanknopingspunten om die uitdaging aan te gaan.
Krishnamurti schreef destijds – en hier moderniseer ik enigszins : Ken je je eigen angsten? Om je baan te verliezen. Om niet rond te kunnen komen. Voor wat de omgeving van je vindt. Om geen succesvol persoon te zijn. Angst voor pijn, ziekte of dood. Om nooit te weten wat liefde is. Om je kind of partner te verliezen. Voor verveling. Om niet te kunnen beantwoorden aan het beeld dat je van jezelf hebt gemaakt? Enz. enz. En hij vraagt: Wat doen wij ermee? Wij vluchten of bedenken iets dat de angst kan bedekken, zodat deze een tijdje uit beeld is. Met andere woorden: wij kleuren al die onzekerheden in. Vaak met sombere tinten – het was niks, het is niks en het zal ook nooit iets worden. Maar ook wel met optimistische kleuren uit de ruime kleurenwaaier die ons ter beschikking staat – als ik dit of dat doe of nalaat, misschien dan …?

Zie-je-wel-aanhanger

Achter deze strategieën schuilt een diepere laag in ons brein die zich bezig houdt met wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren. Of juist de vraag wat uit het verleden ons in vredesnaam alsnog kan inhalen en dwars zitten. De geschiedenis herhaalt zich toch vaak? Nou dan! En de toekomst is onbekend, dus onzeker. Snap dat dan! Daarmee hebben we de tijd – en het leven – verdeeld in verleden en toekomst. We gaan situaties mijden, of we verwachten van alles en zetten onze donkere of roze bril op. We beseffen niet dat aan zowel herinneringen als verwachtingen dezelfde angst ten grondslag ligt: de angst dat het niet goedkomt. Hoe gelukkig we ook waren, of hoe wanhopig we ons ook voelden, de omstandigheden veranderden en het ging voorbij. Ons hoofd zit vol met laatjes verleden. Trekken we er eentje open dan komt de rest mee. Alle waarschuwingslampen gaan knipperen. Het bekende zie-je-wel-principe staat te trappelen. De zie-je-wel-aanhanger googlet in zijn hersenen naar reden waarom de dingen niet gaan zoals hij wil. Zo balen wij als een stekker en raken het zicht op mogelijkheden volkomen kwijt. De zie-je-wel-adept houdt in feite een dagboek bij waarbij hij steeds schrijft op de bladzijden die allang omgeslagen zijn. Het zie-je-wel-principe zorgt voor schade op vele fronten. Met slechts drie woordjes blijf je hangen in het verleden: zie je wel. En zo kwellen wij onszelf onnodig. Ga eens na hoe de angst voor de onbekende toekomst je tot nu toe heeft afgehouden van mooie ervaringen. De self fulfilling prophecy heeft zijn slopende werk gedaan.

Onbevangenheid

Waarom vinden wij het zo leuk om naar jonge kinderen te kijken? Hun onbevangenheid doet ons hart opveren en er borrelt een zoet verlangen op naar onze eigen prille kindertijd, toen alles nog simpel was. Kinderen hebben nog niet geleerd (!) hun ervaringen in te perken door (voor)oordelen. Vrijmoedig als ze zijn nemen ze gewoon genoegen met mislukkingen. Ze vallen en staan weer op. Desondanks zijn zij van mening dat ze alles kunnen zijn en doen. Zelfs een paard temmen. Wist je dat de beeldhouwer Hildo Krop (1884-1970) gefascineerd was door dat pure kind? Hij was trouwens de ‘huisbeeldhouwer van Amsterdam’ en er bestaat zelfs een fietsexcursie langs al zijn beelden in de hoofdstad. Op de foto bij dit blog zie je zijn beeld van een meisje dat de hoeven van een paard vasthoudt. Het beeld, dat hoog op een sokkel op de Hildo Krop-brug vlakbij de Apollohal staat, draagt de omvangrijke titel ‘Hoe de onbevangenheid van de mensen de krachten en de wildheid van het leven beheersen kan’. Als volwassene bekruipt ons direct de angst dat het kind zal worden vertrapt onder die enorme paardenhoeven. Maar het meisje kijkt de toeschouwer aan met een blik die zegt: zo, wat vinden jullie hiervan? Het is een ontroerende en ontwapenende aanblik van een onbevangen, argeloos kind. Hildo Krop was een kunstenaar die dat aanvoelde.

Springplank

Levenskunst is de mogelijkheid steeds openhouden dat we iets nieuws kunnen ervaren. Dat kan alleen wanneer wij er altijd rekening mee houden dat nieuwe ervaringen oude zelfs kunnen weerspreken. Laat het leven zich maar ontvouwen. Dat kan best terwijl je de vinger aan de pols houdt. Zonder gebeurtenissen uit het verleden te willen bagatelliseren, kunnen we gerust stellen dat angst altijd bereid is om de dingen erger te zien dan ze in werkelijkheid zijn. Zelfs beleggend Nederland zweert bij de waarschuwing: Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Angst kennen we allemaal, maar je erdoor laten leiden is zeer onverstandig. Als angst voor het onbekende geen voeding meer krijgt, verdwijnt ze naar de achtergrond. De vicieuze cirkel mag stoppen. Die heeft ons geen dienst bewezen; dat hebben we misschien ons hele leven al ondervonden en we hebben dit mechanisme tot perfectie opgevoerd. Maar dat we ergens goed in zijn, betekent nog niet dat we het ook moeten doen. Om een nieuwe wereld binnen te gaan, hoeven we soms alleen maar ‘ja’ te zeggen. Zo krijgen vreugde en geluk een kans. Dan komt het kleurenpalet pas echt uit de verf, maar nu niet bedacht. Om met Stef Bos te zingen: Dat is het vreemde aan geluk. Je maakt het waar of je maakt het stuk.
Daarom zou ik je willen aanraden: Gebruik je verleden als springplank, niet als hangmat.

Giep

 

© 2018 Giep van Werven