Oorverdovende stilte

november 2017 –

Stilte. De een snakt ernaar, de ander vindt haar onverdraaglijk. De omgevingsherrie, het gekakel in ons hoofd. Het is nooit meer stil in ons en om ons heen. Door de snelheid waarin wij leven zijn wij informatie- en geluidsslaven geworden. Het rumoer om ons heen neemt toe: het verkeer, de luchtvaart, de dreunende beat in winkels, de TV die bij veel mensen de hele dag aan staat. In de NCRV-documentaire ‘In persuit of silence’ van april dit jaar stelt de WHO dat ‘… geluidshinder na luchtverontreiniging een tweede plaats bezet qua bedreiging voor onze gezondheid’. Het is aangetoond dat omgevingsherrie in de gezondheidszorg het percentage fouten vergroot. Het menselijk oor is ingesteld op ongeveer 70 decibel. In New Yorkse restaurants wordt vaak 90 dB gemeten; in de metro zelfs 107. Het zal in Nederland niet anders zijn. Veel stiltegebieden verdienen die naam niet meer. In Bombay, de meest lawaaiige stad in de wereld, werd tijdens een van de vele festivals de schreeuw van een 10 jarige die werd verkracht niet gehoord door al dat lawaai. We worden er ziek van en worden bijna uiteen getrokken door prikkels die van alle kanten op ons af komen. Wij lijden onder die fragmentatie maar zijn tegelijkertijd doodsbang voor de stilte.

Woestijn van stilte

Waarom zijn wij zo bang voor de stilte? Stilte staat voor meer dan enkel het ontbreken van geluid. Het is synoniem voor reflectie, inkeer, ruimte voor dat wat niet direct onder woorden te brengen is. En daar zijn wij niet zo dol op. Een jong volwassene vertelt, tijdens zijn voettocht door Amerika als reactie op een wereld die meer geeft om bezit dan om reflectie, dat hij niet weet wat het hem zal brengen: ‘Mensen willen een verklaring voor de stilte. Ik dacht dat die vanzelf sprak. Ik probeer hiermee uit te leggen dat we van alles kunnen bedenken om te doen, maar alleen door het doen kunnen we het begrijpen. Stilte moet worden onderzocht, niet uitgelegd. Stilte is een reis door de wildernis, het duister in. Out of control. Het laat je de waarheid zien over jezelf. Op de vraag of je dat leuk vindt is meestal het antwoord: nee. De technologie brengt ons verder af van het menselijke. Contact via de social media is een woestijn die veel angstaanjagender is dan de woestijn van de stilte, want in die eerste worden we als het ware uitgewist. We moeten offline gaan om ons zelf te kunnen waarnemen.’ Aldus een eigentijdse jongere. Nou, daar sta je dan met je smartphone…

Oefenen in zwijgen

Dus… weg van de snelweg, zeg maar. Stel dat we dat doen, dan zouden we op zijn minst kunnen beginnen met het oefenen in zwijgen, want wij tetteren wat af en zijn daarmee een flinke mede-producent van het omgevingslawaai. Zwijgen alleen al zou zo weldadig zijn. Over gezondheidseffecten gesproken: volgens een Arabisch spreekwoord is ‘zwijgen een geneesmiddel tegen verdriet’. De joden gaan nog verder. ‘Stilte is de remedie tegen alle kwalen’, zo stellen zij. En als de mond zwijgt, krijgt het hoofd ook de kans stil te worden. Krishnamurti ervoer stilte als een onvoorstelbare zegen. ‘Stilte zuivert het brein en geeft het levenskracht’, zei hij. ‘Ze bundelt energie puurder dan de zuiverheid van het denken. Die energie straalt onmetelijke kracht en onmetelijke gaven uit. Hier kan het zwijgende brein zijn grote activiteit ontwikkelen, doortrokken van intense kwaliteit. Dit is de diepe schoonheid van de stilte. Stilte is een basisbehoefte van de mens om voeling te houden met zichzelf, om antwoorden te vinden op wezenlijke vragen in ons bestaan. Door stil te zijn sta je letterlijk en figuurlijk stil bij wat écht belangrijk is in het leven. Door stilte kunnen we ervaren dat rijkdom niet buiten ons te vinden is, maar in onszelf, in het moment van ‘aandachtig stil zijn’.’

In de spotlight

In dat zwijgen en in die stilte worden wij geconfronteerd met ons diepere zelf. Eerst schrikken wij van de herrie in ons hoofd, de oneindige stroom gedachten. We krijgen de neiging om te ontsnappen en bedenken dat wij eerst nog iets dringends te doen hebben. Het kost wat discipline om dan niet meteen op te springen en in actie te komen. Stil zijn is voor ons dan nog synoniem aan ‘niet productief zijn’. We zijn bang om het vertrouwde los te laten. Dat wordt als verlies ervaren, omdat we niet weten wat we zullen winnen, namelijk de verbinding met onszelf. Dan komen onze thema’s, angsten en oordelen een voor een in de spotlight te staan. Dat is een soort afgrondervaring. Wie zijn wij eigenlijk zonder al dat uiterlijke gedoe? Als wij afzondering zoeken, zijn wij alleen. Wij stellen eigenlijk niets voor, en dat voelt niet fijn. Wij herkennen onszelf niet meer in de stilte: help! De stem van het ego zoekt namelijk bevestiging, beveiliging en bevrediging. En als die stem uiteindelijk zwijgt, lijkt het alsof we een ander persoon zijn geworden. In de loop van de tijd kunnen we de stilte ontdekken als een volheid, een bron van inspiratie en daadkracht. De stilte opzoeken, die iedere dag inbouwen is noodzakelijk voor onze geestelijke gezondheid, maar ook voor onze menselijke relaties. Let daarbij vooral op je ademhaling, die als het goed is laag in je buik plaatsvindt. In de overgang van uitademing naar inademing – de ‘Ma’- beleef je de ruime leegte van het Niets.

Stilte als (levens)kunst

Dat stilte beoefenen naast ons ‘dagelijks brood’ ook een kunstvorm is, liet Marina Abramovic (1946 Belgrado) in 2010 zien in haar performance The Artist Is Present. In het Museum of Modern Art in New York zat zij ruim 700 uur stil aan een tafel. Tegenover haar stond een tweede stoel waarop bezoekers een voor een mochten plaats nemen. Dat deden 1545 mensen, die daar langer of korter in stilte tegenover haar gingen zitten. Sommigen zaten daar zichtbaar ontspannen, anderen moesten zichzelf echt dwingen stil te zitten, hoewel ze daar uit vrije wil hadden plaatsgenomen. Op een gegeven moment maakte een stille ontroering zich van haar meester toen bleek dat ook haar ex-partner had besloten deze ontmoeting te benutten. Ook in de muziek wordt stilte gebruikt en benut om wezenlijke zaken aan het licht te brengen. Zo schreef avantgarde componist John Cage een muziekstuk getiteld 4’33” waarin hij een rust 4 minuten en 33 seconden lang een zogenaamde ‘fermate’ meegaf, waarin de uitvoerende muzikant gedurende de aangegeven tijd zelfs helemaal niets hoeft te doen. Het hele stuk bestaat akoestisch uit de toevallig aanwezige, niet geregisseerde omgevingsgeluiden. Het werd zijn filosofie om geluiden van buitenaf niet slechts te tolereren, maar zelfs als wezenlijke muzikale elementen in zijn composities op te nemen. Hij kwam op dit idee na bestudering van de hexagrammen van de I Tjing.

Innerlijke stilte is te vinden voorbij uiterlijke stilte. Blaise Pascal (17e eeuw) zei al: ‘Alle ellende van de mensen komt voort uit hun onvermogen om rustig alleen in een kamer te zitten.’ En Mieke Pot schrijft in haar boek ‘De Grote Stilte’: Woorden vallen weg, spreken verstomt. De stilte neem de overhand en zegt haar laatste woord: Zijn.

En dat Zijn is oorverdovend stil…

 

Giep