juli 2017 –
Uit de Gezondheidsmonitor van 2012 blijkt dat 40 procent van de bevolking van 19 jaar en ouder aangeeft eenzaam te zijn. Ruim acht procent voelt zich sterk eenzaam. Als we de huidige berichten in de media mogen geloven, groeit dit percentage nog steeds en worden met name de groepen jongeren en ouderen groter. Als het om een virus ging, zouden we dit een epidemie noemen. Verstoring in iemands levenspatroon vormt vaak de aanleiding tot het ervaren van eenzaamheid. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan ontslag, beëindiging van een relatie, familieleden of vrienden die verhuizen of het overlijden van een naaste. Ook ziekte op jonge leeftijd, ontoereikende ouders of schoolervaringen kunnen een aanleiding zijn. Gevoelens van eenzaamheid worden, net als pijn, beschouwd als een signaal dat er iets niet in orde is. Meestal wordt bedoeld dat iemand alleen is of zich in de steek gelaten voelt. Daarom gaat die persoon dan ook op zoek naar anderen om zich (weer) gekoesterd te voelen en waardering te krijgen. De schrijver Godfried Bomans (overleden in 1971) schreef: ‘Het meeste verkeer komt voort uit de angst om alleen te zijn. Indien de mens erin slaagde te berusten in zijn eenzaamheid, zou het gras tussen de straatstenen groeien.’ Zelf had hij er ook veel moeite mee, gezien zijn ervaringen op Rottumerplaat destijds. Al na een week vluchtte hij terug naar de bewoonde wereld. Over eenzaamheid valt echter, net als over spiritualiteit in het vorige blog, veel meer te melden dan de gangbare informatie van de hulpverlening doet vermoeden. Wanneer je het gevoel van eenzaamheid eens met andere ogen beziet – met die van de spirituele en bewuste mens – merk je dat het niet zozeer bedreigend hoeft te zijn, maar juist kansen biedt voor innerlijke groei.
Meerdere dimensies
Over het algemeen wordt alleen de externe dimensie van eenzaamheid erkend. De mening overheerst dat eenzame mensen niet erg sociaal en daardoor niet populair zijn, en dus weinig vrienden en kennissen hebben. Het advies luidt dan ook vaak: ga erop uit en begeef je onder de mensen. Soms werkt dat even, maar helaas merken velen al gauw dat dit geen soelaas biedt. Het gevoel van eenzaamheid blijkt hardnekkig. Misschien ervaar je wel eens dat je je eenzaam voelt in gezelschap en uiteindelijk denkt ‘Wat doe ik hier?’. Of misschien ken je ze wel, mensen die altijd een volle agenda hebben, maar soms in een onbewaakt ogenblik laten merken dat ze zich helemaal niet zo senang voelen als ze willen doen voorkomen. In een maatschappij die flink netwerken als ultieme succesformule ziet is eenzaamheid een taboe. Daar praat je niet over en je geeft het al helemaal niet toe. In een wereld waarin ego en image een belangrijke rol spelen, kijk je wel beter uit. Het eerder genoemde percentage van 40 procent lijkt dus het topje van de ijsberg. Wordt het daarom niet eens tijd dat we eenzaamheid gaan zien voor wat het werkelijk is? Dat we hem in de ogen gaan kijken? Er contact mee gaan maken in plaats van hem te ontlopen? Dan zijn er logische vragen: Wat zijn toch die andere, die interne dimensies van eenzaamheid? Hoe herken je ze en hoe ga je ermee om? Waar zit dan die innerlijke groeifactor?
Patronen als vrienden
Over de eenzaamheid van bepaalde groepen zullen we het hier verder niet hebben. We beperken ons tot de mens die het pad van bewustwording loopt. Wanneer je ‘ja’ hebt gezegd tegen dit proces zal, hoe je het ook wendt of keert, eenzaamheid geruime tijd je metgezel worden. Uiteindelijk zal je merken dat eenzaamheid alleen in ons denken zit. Dat dit fenomeen te maken heeft met het ontbreken en vervolgens herstellen van de verbinding met jezelf. Maar om daar te komen moeten we eerst een weg afleggen. Dus even terug naar het begin. Wij mensen kunnen niet zo goed omgaan met eenzaamheid. In het proces van bewustwording is eenzaamheid echter onvermijdelijk. Je merkt dat oude patronen niet meer werken. Ze waren lange tijd je beste vrienden en die vallen nu een voor een weg. Dat is pijnlijk, ondanks het feit dat je nog steeds zat externe vrienden hebt. Omdat je in je proces anders omgaat met je omgeving en met vraagstukken, zullen op termijn ook sommige van die externe vrienden afhaken. Met een enkeling was je misschien wel 40 jaar bevriend. Maar door de keuzes die jij voor jezelf maakt of door een misverstand dat onoplosbaar lijkt, breekt het lijntje, dat helaas te dun bleek om de ontwikkelingen aan te kunnen. Het kan ook zijn dat zelfs familieleden of partners je niet meer herkennen en hun heil elders gaan zoeken. Je kringetje is kleiner geworden.
Een-te-saam
Dan komt de dag dat het diepe besef tot je doordringt dat niet alleen die externe makkers je lieten vallen, maar dat jij tot dan toe jezelf altijd in de steek hebt gelaten. Dat is een enorme schok! Je hebt je zo vaak geconformeerd om niet uit de toon te vallen, om geen buitenbeentje te worden, om de goodwill niet te verspelen, om niet uit de groep te worden gezet. En ga zo nog maar even door met het lijstje ‘plausibele redenen’. Jezelf in de steek laten doet een gapend gat ontstaan, dat echter niemand anders kan opvullen dan jijzelf. Zodra je dat gapende gat gaat zien, stuit je op een gevoel van eenzaamheid dat je nog niet eerder kende. De Duitse filosoof Schopenhauer (1788-1860) schreef ooit ‘De mens is een sociaal dier doordat hij niet in staat is de eenzaamheid en daarin zichzelf te verdragen’. De stelling dat de oplossing niet extern te vinden is, is dus niet van vandaag of gisteren. En als je nu dacht dat je alle dimensies van eenzaamheid inmiddels wel kende, moet mij toch nog even van het hart dat voorbij die vormen van eenzaamheid nog een volgende dimensie opdoemt. Interessant, want ondanks de ruimte die je inmiddels ervaart, ga je zelfs de beperkingen waaraan je zo hard hebt gewerkt missen. Bizar hè? Het verlies van je beperkingen levert aanvankelijk een gevoel van tekort op. Maar dat is slechts schijn. G.I.Gurdjieff zei het zo: ‘Mensen denken dat zij veel van wat zij bezitten moeten opofferen. Dat is niet aan de orde. Zij moeten hun illusies, waandenkbeelden en de gehechtheid aan lijden offeren.’ Pas dan breekt het moment aan dat er niets meer overblijft: de Eenzaamheid met een hoofdletter. Daar voorbij kom je in het gebied van Een-te-saam waar eenzaamheid een andere kleur krijgt. Nog steeds kan je je verlaten voelen, maar je laat jezelf niet meer in de steek. Je kunt vertrouwen op je innerlijke basis. In het vorige blog schreef ik al dat spiritualiteit inhoudt: intensief en langdurig werken. Als leven vanuit je eigenheid je doel is dan weet je wat je te doen staat.
Om de zwaarte van het onderwerp enigszins te relativeren en met een knipoog te eindigen, hier tot slot een uitspraak van een onbekende: Uit pure eenzaamheid belde ik mijzelf op. Gelukkig was ik in gesprek.
Giep