De bufferende kikker

februari 2020 –

Er is een parabel over een kikker die in een pan water op het vuur terechtkomt. Naarmate de temperatuur van het water warmer wordt, past de kikker ook zijn lichaamstemperatuur aan. Het past niet bij zijn wezen, maar het warmer wordende badje voelt best aangenaam aan. De kikker is zich niet bewust van enig gevaar.

Tot het moment dat het water het kookpunt nadert. Hij schrikt, maar is door uitputting niet meer in staat zich te verroeren. Helaas, hij heeft al zijn energie verbruikt om zijn temperatuur voortdurend aan te passen. Hij legt het loodje. De oorzaak van zijn overlijden? Niet het water, maar zijn onvermogen op tijd ‘stop’ te roepen en eruit te springen. De rek was eruit.

Komt dit jou bekend voor? Lijkt het niet op onze tijd waarin de eisen van onze omgeving precies zo werken als het langzaam op het kookpunt rakende water? Hoe vaak zeg je ‘ja’ terwijl je ‘nee’ voelt? Of omgekeerd. Hoeveel prikkels krijg je niet alleen aangeboden, maar zoek je zelfs op gedurende de dag?

Wat is je prioriteit in het leven: een hoge berg opwerpen van een prettig leven in de droom of een diep gat graven naar de waarheid? Ben je nog steeds met je schepje aan het spelen en je mede-bajesklanten tevreden te stellen, of wil je grondig zelfonderzoek gaan doen en dingen ontmantelen omdat ze ziekmakend blijken te zijn? Hoeveel stress ben jij nog bereid te verdragen?

Buffer-zalf

Voor diegenen die G.I. Gurdjieff (1866-1949) een beetje kennen, is het begrip ‘bufferen’ niet onbekend. Een buffer is een stootblok, zoals tussen treinwagons, om het effect van de schokken onderweg op te vangen en niet als onaangenaam te ervaren.

Gurdjieff: ‘Als iemand zijn hele leven lang alle tegenstrijdigheden in zichzelf zou voelen, zou hij niet zo kalm kunnen leven en handelen als hij nu doet. Er zou voortdurend onrust in hem zijn. Hij zou het gevoel krijgen gek te worden. Hij moet al die tegenstrijdigheden vernietigen of ze niet langer zien en voelen. Vernietigen kan niet, maar buffers vormen geeft de mogelijkheid de gevolgen niet meer te hoeven meemaken.’

In de tijd van Gurdjieff was er nog geen sprake van de vaak gekmakende overload aan informatie. Je was op de hoogte van hetgeen van belang was, de rest ontging je en was bijzaak. Tegenwoordig vinden we dat we ALLES ALTIJD moeten bijhouden en OVERAL een mening over dienen te hebben. Zie hier het effect van de buffer ‘moeten’. Het ‘moet’, anders tel je niet mee en kun je niet meekomen.

Als paradox doet bufferen dus tevens een duit in het zakje als het om stress gaat. Wie had dat gedacht? We zetten een keur aan buffers in stelling. Een kleine greep: grenzen (laten) oprekken, excuses en smoezen verzinnen, onmisbaar willen zijn, willen voldoen, uitstellen, jezelf een rad voor ogen draaien, aardig gevonden willen worden.

Een bijzondere is ‘afleiding’, hetgeen wij hartstochtelijk inzetten om niet onmiddellijk te hoeven voelen hoe het van binnen zit; dat kan later ook nog wel. De vermaak-industrie beleeft een bloei de laatste decennia. Als buffer is het een uitstekend wapen waarmee het ego de essentie onder de duim houdt. Begrijp me niet verkeerd: ik zeg hiermee niet dat je niet mag feestvieren, integendeel. Maar de eisen zijn tegenwoordig zo hoog dat we vinden dat we daar toch regelmatig wat verzachtende buffer-zalf op mogen smeren.

Atoom

Buffers wiegen de mens in slaap, terwijl schokken hem juist bij de les houden. Dit geldt voor ieder van ons individueel, maar manifesteert zich ook collectief. Neem nu de afgelopen decennia rond het vraagstuk ‘klimaat’. Klokkenluiders hebben tijdig en veelvuldig aan de bel getrokken, maar de maatschappij snurkte door de wekker heen. Sterker nog: de klokkenluiders werden aan de schandpaal genageld en als onrustzaaiers weggezet.

We saboteren onszelf en daarmee ook de omgeving, om niet te hoeven toegeven dat we even niet weten wat we zouden kunnen doen. Dat voedt meteen de angst dat we niet goed genoeg zijn. Onbegonnen werk! Daarom is de buffer ‘uitstellen’ ook zo populair. Morgen weer een dag. Maar ergens in ons zingt steeds het zinnetje ‘Er is alleen maar NU!’ Dat kan weer stress opleveren, terwijl we nu juist toe waren aan de constatering dat het maar eens afgelopen moet zijn met ‘geleefd worden’.

En ik hoor je denken: ‘Net als ik snap hoe ik moet leven, verandert het leven weer. Ja hoor, dit trek ik niet!’ Van een burn-out’er las ik: ‘Mijn werk en levensstijl waren normaal voor mij. Achteraf gezien was het gekkenwerk.’ Tja, de haaststand is een gevaarlijke stand. Te veel stress leidt tot burn-out en is een schreeuw om verandering. Het is een spirituele crisis en heeft niks met werk van doen. Albert Einstein zei al: ‘Een vooroordeel is moeilijker te splitsen dan een atoom.’

Stiltetijd

Mijn boek heet niet voor niets ‘Een korreltje vertrouwen en een halve gram moed’. Het proces gaat stap voor stap. Zonder stress leven begint met iedere dag momenten inbouwen voor jezelf. Houd op met multi-tasken, vul stiltes niet op met praten, creëer zelfs stilte/voel-tijd, of je dat nu mediteren noemt of gewoon voor je uitstaren. Zorg dat je fit genoeg bent om dit intense werk aan te kunnen. Veel mensen zijn te moe om letterlijk en figuurlijk wakker te blijven.

Blijf niet rondlummelen, maar werk aan zelfdiscipline. Er is een tijd van actie en een tijd van rust. Neem de volle verantwoording voor je proces. Het is niet de vraag ‘hoe kan ik stress verminderen?’ maar ‘hoe kan ik met stress omgaan?’

Iemand bood een vriendin aan haar een ontspanningsbehandeling te geven. De vriendin hield de boot af: ‘Maar jij hebt het al zo druk!’ Daarmee projecteerde zij haar eigen stress door het constante appèl van kinderen en kleinkinderen, vond zichzelf dit cadeautje kennelijk niet waard én ontnam zich zo een mogelijkheid een start te maken met de ommekeer in het rouwproces rond het overlijden van haar man. Een trieste constatering! Mijn vraag zou zijn: wat probeert zij te vermijden, te voorkomen of te manipuleren? In ieder geval is het zelfsabotage. Jezelf in je staart bijten en dan klagen dat het zeer doet.

Doe, daarentegen, zoals Nisargadatta Maharaj (1897-1981) ons aanraadde: ‘Geef niet op. Heb je iets ontdekt, kijk en graaf dan dieper.’ Ga door en wees niet tevreden met een beetje meer helderheid of een ‘goed gevoel’. Eén ding is zeker: Zolang je strest, leef je niet. En het is zo mooi wanneer je op een dag kunt zeggen: ik ben zo blij met wie ik ben.

Giep

© 2020 Giep van Werven